U kunt optioneel een firewall installeren om uw computer te beschermen tegen ongeoorloofde toegang door mensen op het internet of op uw netwerk. Firewalls blokkeren verbindingen van onbekende oorsprong met uw computer, wat meehelpt om het doorbreken van de beveiliging te voorkomen.
Install the firestarter package from the “Universe” repository (see Hoofdstuk 11, Toepassingen installeren, verwijderen en bijwerken).
To start Firestarter, choose → → , and enter your administrator password when prompted.
De Firewall assistent hoort nu gestart te worden. Als dit niet gebeurt, klik op → .
Volg de stappen in de Firewall assistent. Zodra u alle stappen hebt doorlopen, zou de firewall geconfigureerd moeten zijn en draaien.
Om te controleren of uw firewall correct functioneert, kunt u gebruik maken van een online firewall testservice zoals ShieldsUP.
Voor hulp en advies bij de geavanceerde configuratie van Firestarter, zie de Online handleiding van Firestarter.