Configuring a network

There are many ways of configuring and customizing the way your computer behaves on a network.

Verbinden met een netwerk

Als u de instellingen van uw netwerkverbinding wijzigt, of verbinding maakt met een ander netwerk dan gebruikelijk, dan kan het zijn dat u de verbinding zelf moet inschakelen.

Netwerkbeheer gebruiken om met een netwerk te verbinden

Als uw netwerkverbinding wordt beheerd door Netwerkbeheer (wat meestal zo is), dan zou de verbinding automatisch ingeschakeld moeten worden.

Als de verbinding niet automatisch is ingeschakeld:

  1. Zoek het netwerkbeheer-pictogram in het meldingengebied. Het hoort eruit te zien als een kleine signaalsterkte-indicator of als een computermonitor en bevindt zich waarschijnlijk naast de klok.

  2. Klik met de rechter muistoets op het pictogram, en verzeker u ervan dat Netwerk aanzetten is aangevinkt.

  3. Als u een draadloze netwerkverbinding hebt, verzeker u er dan van dat Activeer draadloos is aangevinkt.

  4. Klik eenmaal op het netwerkbeheer-pictogram en klik vervolgens op het netwerk waar u verbinding mee wilt maken

  5. Na korte tijd hoort u de melding Verbinding gemaakt te krijgen.

  6. U zou nu verbinding moeten hebben met een netwerk.

Als u na het volgen van bovenstaande procedure niet met een netwerk bent verbonden:

  1. Klik met de linker muistoets opnieuw op het netwerkbeheer-pictogram en klik op Handmatige configuratie...

  2. Selecteer het tabblad Verbindingen

  3. Vink het vakje naast uw netwerkverbinding aan om de verbinding in te schakelen

  4. Het tot stand brengen van de verbinding kan een korte tijd duren

  5. Klik op Sluiten

De ifup-opdracht gebruiken om verbinding met een netwerk te maken

ifup is een hulpmiddel voor de opdrachtregel voor het inschakelen van netwerkverbindingen.

Om een netwerkverbinding in te schakelen:

  1. Press ApplicationsAccessoriesTerminal to open a Terminal

  2. Type sudo ifdown eth1 in het terminalvenster en druk op Enter, waarbij u eth1 vervangt door de naam van uw netwerk interface, indien anders

  3. Voer desgevraagd uw wachtwoord in

  4. Type sudo ifup eth1 in het terminalvenster en druk op Enter, waarbij u wederom eth1 vervangtr door de naam van uw netwerk interface

  5. Als u met succes verbinding heeft gemaakt, hoort u een melding te krijgen dat vergelijkbaar is met het volgende (de getallen kunnen verschillen):

    DHCPACK from 192.168.2.1
    	bound to 192.168.2.4 -- renewal in 536349522 seconds.

Een netwerkverbinding uitschakelen

Het kan voorkomen dat u uw netwerkverbinding wilt uitschakelen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen.

Verbinding verbreken met behulp van netwerkbeheer

Het is aannemelijk dat Netwerkbeheer uw netwerkverbindingen regelt. Als dit zo is, dan moet u de verbinding met het netwerk verbreken door in het netwerkbeheer uw netwerkverbinding uit te schakelen:

  1. Zoek het netwerkbeheer-pictogram in het meldingengebied. Het hoort eruit te zien als een kleine signaalsterkte-indicator of als een computermonitor en bevindt zich waarschijnlijk naast de klok.

  2. Klik met de rechter muistoets op het pictogram en verwijder het vinkje bij Netwerk aanzetten

  3. De verbinding met het netwerk hoort nu verbroken te zijn

Verbinding verbreken met behulp van netwerkinstellingen

Als het netwerkbeheer niet draait, gebruikt u Netwerkinstellingen-hulpmiddel om uw verbinding met het netwerk te verbreken:

  1. Press ApplicationsSystemNetwork

  2. Selecteer het tabblad Verbindingen

  3. Haal het vinkje bij uw verbinding weg om die verbinding te verbreken

  4. Klik op Sluiten

Verbinding verbreken met behulp van de ifdown-opdracht

ifdown is een hulpmiddel voor de opdrachtregel voor het uitschakelen van netwerkverbindingen.

Om een netwerkverbinding met behulp van ifdown te verbreken:

  1. Press ApplicationsAccessoriesTerminal to open a Terminal

  2. Type sudo ifdown eth1 in het terminalvenster en druk op Enter, waarbij u eth1 vervangt door de naam van uw netwerk interface, indien anders

  3. Voer desgevraagd uw wachtwoord in

  4. Uw netwerkverbinding hoort nu verbroken te zijn

De computernaam wijzigen

Als uw computer met een netwerk verbonden is, kan hiernaar verwezen worden met de hostnaam. Het is mogelijk om de hostnaam van uw computer te wijzigen.

  1. Open ApplicationsSystemNetwork.

  2. Klik op Algemeen en voer onder Hostnaam de naam van de computer in.

Herstart de computer om de wijzigingen door te voeren.

Bestanden en mappen met andere computers delen

U kunt bestanden en mappen met andere mensen op uw netwerk delen.

  1. Press ApplicationsSystemShared Folders

  2. U kunt de melding Diensten voor bestandsdeling zijn niet geïnstalleerd te zien krijgen. Als dit het geval is, verzeker u er dan van dat de twee aankruisvakjes in het meldingsvenster aangevinkt zijn, en klik op Diensten installeren. Ondersteuning voor bestandsdeling zal vervolgens worden gedownload en geïnstalleerd; dit kan even duren.

  3. Selecteer het tabblad Gedeelde mappen en klik op Toevoegen

  4. Kies de locatie van de map die u wilt delen door de Pad-optie te wijzigen

  5. Kies uit de Delen via-optie voor Windows netwerken (SMB)

  6. Voer een naam en opmerking voor de gedeelde map in

  7. Als u wilt dat mensen die de gedeelde map benaderen bestanden in de map kunnen toevoegen, wijzigen en verwijderen, haal dan het vinkje bij Alleen-lezen weg. Als u Alleen-lezen aangevinkt laat, zullen mensen de bestanden in de map alleen kunnen bekijken.

  8. Klik op OK om de gedeelde map beschikbaar te maken. Andere mensen op hetzelfde netwerk (LAN) als u, zouden de map nu moeten kunnen benaderen

Accessing shared folders on Microsoft Windows

If you would like to access a shared folder hosted on an Xubuntu computer by using computers running Windows, you may have to perform some additional steps:

  1. Press ApplicationsAccessoriesTerminal to open a Terminal

  2. Type sudo smbpasswd -a gebruikersnaam, waarbij u “gebruikersnaam” vervangt met uw eigen gebruikersnaam. Druk op Enter om de opdracht uit te voeren.

    [Opmerking]

    U kunt uw gebruikersnaam achterhalen door whoami in een terminalvenster te typen, en dan op Enter te drukken

  3. Voer uw wachtwoord in zodra u “[sudo] password for gebruikersnaam:” ziet, en druk weer op Enter.

  4. Zodra u de vraag “New SMB password:” krijgt, voert u het wachtwoord in dat u wilt gebruiken om toegang te krijgen tot de gedeelde map, druk vervolgens op Enter. U kunt het wachtwoord leeg laten als u wilt, dit geeft iedereen toegang tot de gedeelde map.

  5. Zodra u het verzoek “Retype new SMB password:” krijgt, voert u het wachtwoord dat u zojuist hebt ingevoerd opnieuw in, en druk op Enter

  6. You should now be able to connect to the shared folders on the Xubuntu computer

Problems connecting to shared folders in Microsoft Windows

If you are unable to connect to a shared folder using Microsoft Windows, try using the IP address of the Xubuntu computer rather than its host name to access the share:

  1. Press ApplicationsSystemNetwork Tools and select the Devices tab

  2. Kies de naam van uw netwerkverbinding uit de Netwerkapparaat-optielijst (bijvoorbeeld, “eth0”). Als u meerdere netwerkverbindingen hebt, dan kan het zijn dat u dit enkele malen moet proberen.

  3. Noteer het getal in de IP-adres kolom. Het hoort te bestaan uit vier getallen, gescheiden door punten (bijvoorbeeld, “192.168.2.10”)

  4. On the Microsoft Windows computer, select StartRun and type \\ipaddress in the text box, replacing “ipaddress” with the IP address of the Xubuntu computer

  5. Klik op OK om verbinding te maken met de gedeelde map

If you are still unable to access the shared folder, check that the folder sharing service is running on the Xubuntu computer:

  1. Press ApplicationsSystemServices

  2. Zoek de regel Mappen delen (samba) en verzeker u ervan dat het vakje ernaast is aangevinkt

  3. Klik op Sluiten

Meer informatie kan worden gevonden op de Ubuntu-gemeenschap hulppagina's.

Install a firewall

A firewall protects a computer system from unauthorized access. It is not normally necessary to install a firewall on an Xubuntu system, because access to the system is closed by default. However, if you run any services that let other computers access yours (for example, the Apache web server), it is advisable to install a firewall. Firestarter is a program that lets you control a firewall through a graphical interface.

  1. Install the Firestarter package from the “Universe” repository (see Hoofdstuk 11, Toepassingen installeren, verwijderen en bijwerken).

  2. After it is installed, run ApplicationsSystemFirestarter to configure your firewall. The firewall will now start in the background when your computer starts.

Monitor network traffic

Etherape displays network activity among different hosts using circles of varying size.

  1. Install the etherape package from the “Universe” repository (see Hoofdstuk 11, Toepassingen installeren, verwijderen en bijwerken).

  2. Press ApplicationsNetworkEtherape.

Analyze network traffic

Wireshark is a network traffic analyzer/sniffer that captures packets off the network in real time and displays their contents.

  1. Install the wireshark package from the “Universe” repository (see Hoofdstuk 11, Toepassingen installeren, verwijderen en bijwerken).

  2. Press ApplicationsNetworkWireshark