Wanneer de computer op een normaal Linux systeem een bootsector laadt, laadt het in feite een deel van lilo, genaamd de ``eerste fase bootloader''. Dit is een klein programma met als taak het laden en opstarten van de ``tweede fase bootloader''.
De tweede fase loader geeft je een prompt (als het op deze wijze werd geïnstalleerd) en laadt het gekozen besturingssysteem.
Wanneer je systeem beschikbaar en werkend is, en je lilo
uitvoert,
ben je in feite de ``map installer'' aan het uitvoeren.
Dit leest het configuratiebestand /etc/lilo.conf
in en het
schrijft de bootloaders en informatie over de besturingssystemen die het
kan laden naar de harddisk.
Er zijn veel verschillende manieren om in te stellen hoe je systeem boot. Wat ik zojuist heb uitgelegd is de meest vanzelfsprekende en ``normale'' manier, in ieder geval voor een systeem met als hoofdbesturingssysteem Linux. In de Lilo Users' Guide worden verscheidene voorbeelden gegeven van ``bootconcepten''. Het is het lezen waard en er wat van uit te proberen.
Het configuratiebestand voor lilo is /etc/lilo.conf
. Hier bestaat
een manual page voor: typ man lilo.conf
in een shell om het te
bekijken. Het belangrijkste in lilo.conf is een record voor hetgeen
lilo is ingesteld te booten. Voor een Linux record, houdt dit in waar
de kernel is te vinden, en welke diskpartitie te mounten als het
root bestandssysteem. Bij andere besturingssystemen is de belangrijkste
informatie vanaf welke partitie te booten.
GEVAARLIJK: wees voorzichtig bij deze oefeningen. Er gaat makkelijk iets mis en het is niet moeilijk je masterbootrecord te ruïneren en je systeem onbruikbaar te maken. Zorg dat je een werkende rescuedisk bij de hand hebt, en weet hoe het te gebruiken om fouten te corrigeren. Zie verderop voor een link naar tomsrtbt, de rescuedisk die ik gebruik en je kan aanbevelen. De beste voorzorgsmaatregel is een machine te gebruiken die er niet toe doet.
Stel lilo in op een diskette. Het doet er niet toe als er niets anders op de diskette staat dan een kernel, je zult een ``kernel panic'' krijgen wanneer de kernel zover is dat het init laadt, maar dan weet je in ieder geval of lilo werkt.
Als je wilt kun je aandringen en bekijken hoeveel van een systeem je op de diskette aan de gang krijgt. Dit is waarschijnlijk de tweede beste Linux leeractiviteit. Zie de Bootdisk HOWTO (url verderop), en tomsrtbt (url verderop) voor aanwijzingen.
Laat lilo unios booten (zie sectie hardware exercises voor een URL). Als extra uitdaging kun je kijken of je dit op een diskette kunt doen.
Maak een boot-loop. Plaats lilo in het masterbootrecord om lilo te laten booten in één van de primaire partitiebootsectoren, en laat dat lilo booten in het masterbootrecord... Of gebruik wellicht het masterbootrecord en alle vier primaire partities om een vijfpunts loop te maken. Leuk!
lilo-u-21.ps.gz
(of een latere versie).
Je hebt dit document wellicht al.
Kijk in /usr/doc/lilo
of daar in de buurt.
De postscriptversie is beter dan de tekstversie,
aangezien er diagrammen en tabellen in staan.