De meeste Lilo installaties maken gebruik van een configuratiebestand
zoals het hierna volgende:
boot = /dev/hda # of je root partitie
delay = 10 # pauze, in tienden van een seconde
# (om te kunnen onderbreken)
vga = 0 # optioneel. Gebruik "vga=1" voor 80x50
#linear # probeer "linear" in geval van geometrie problemen.
image = /boot/vmlinux # je zImage bestand
root = /dev/hda1 # je root partitie
label = Linux # of andere fraaie naam
read-only # mount root read-only
other = /dev/hda4 # je dos partitie, als je die hebt
table = /dev/hda # de huidige partitietabel
label = dos # of andere niet fraaie naam
Je kunt meerdere ``image'' en ``other'' records gebruiken als je dat wilt.
Het is niet ongewoon om verscheidene kernelimages te configureren in
lilo.conf, tenminste als je up to date blijft met de ontwikkeling
van de kernel.
Compileer je een ``zImage'' kernel en is het groter dan een halve
megabyte (dit is gebruikelijk bij nieuwe 2.1 kernels), dan kun je daarvoor
in de plaats een ``big zImage'' samenstellen: ``make bzImage
''.
Voor het booten van een groot kernelimage is niets speciaals nodig,
maar je hebt wel Lilo versie 18 of nieuwer nodig. Is je installatie ouder,
dan moet je het Lilopakket upgraden.
Hier geef ik je de routinevolgorde die je op moet volgen als je zowel
uit Linux als NT uit het Lilo menu wilt kunnen kiezen:
- Ten eerste zou ik je aan willen raden een nieuwe kopie van Windows
NT 4.0 op je harddisk te installeren. Ik veronderstel dat je reeds een
backup hebt gemaakt van belangrijke data, dus de NT installatie zou geen
probleem moeten vormen. Tijdens de NT installatie, zal het setupprogramma
je niet vragen waar NT's bootloader te plaatsen, dus zal het worden
geplaatst in de MBR (Master Boot Record) van je harddisk. Maar, er bestaat
een mogelijkheid een vorige inhoud van de MBR te behouden binnen de MBR
(vooral een vorige Lilo), dus zou ik je aan willen raden (voor de installatie
van NT) de computer te booten met een DOS-diskette met daarop een DOS-versie
van FDISK. Achter de prompt a:\ typ je de opdracht: fdisk /mbr en herstart
wederom de computer (zonder die diskette).
- Nadat je met succes NT hebt geïnstalleerd, zul je zien dat het
de gehele harddisk of een specifieke partitie van de harddisk gebruikt
(afhankelijk van je besluit gedurende het setupproces). Dus is het aan
te bevelen de partitie waarop NT voorkomt in te 'krimpen' om wat ruimte
op de disk vrij te maken. In die vrije ruimte zul je Linux gaan installeren.
Nadat je NT geconfigureerd en draaiend hebt gekregen, moet je de
computer booten met een diskette met het Partition Magic utility van
Power Quest. Dit is een grafisch hulpmiddel waarmee je alle partities
op alle harddisks die je hebt, kunt zien. Het mooiste is dat je wijzigingen
aan je partities kunt aanbrengen zonder daarbij je bestaande gegevens
aan te tasten. Eén van de beschikbare wijzigingen is je bestaande
partitie(s) kleiner te maken, om ruimte vrij te maken op de disk(s) voor
andere doeleinden. Alhoewel je wordt geadviseerd een backup te maken voordat
je wijzigingen aanbrengt op de partities, maak ik NT's partitie gewoonlijk
al kleiner voordat ik iets installeer behalve NT zelf (dus, zonodig,
zou een herhaalde installatie geen probleem zijn). Partition Magic
(of enig ander vergelijkbaar utility waar je bekend mee bent) zal je
NT's partitie verkleinen (NTFS of FAT) tot een kleinere afmeting en
het aan het begin of einde van de vorige afmeting plaatsen. Dit
betekent dat je kunt kiezen voor een 'verkleinde' NT partitie aan het
begin of einde van je disk (ik kies gewoonlijk voor NT aan het begin,
zodat het einde van je disk vrij komt). Nadat het 'verkleinen' is
voltooid, kun je NT rebooten om de nieuwe situatie te controleren:
je kunt Windows Explorer of Disk Adminitrator daarvoor gebruiken.
- De volgende stap bestaat uit de Linux-installatie.
In het geval je bekend bent met de RedHat distributie (ik hoop dat dit
hetzelfde is bij andere distro's of vergelijkbaar), begin je door je
installatie-CD in het station te doen en de computer te herstarten.
Wanneer je zover bent te gaan kiezen welk type installatie het zal
worden (Gnome of KDE Workstation, Custom, enz.) kun je uitkiezen wat
je tevoren plande, maar ik zou je aan willen bevelen als eerste een
Workstation installatie uit te voeren. De Linux setup zal automatisch
de vrije ruimte op de (eerste) harddisk kunnen vinden, waarbij het
alle partities aanmaakt die voor Linux nodig zijn, standaard de
belangrijkste opties instelt zodat de setup soepel verloopt (later kun
je naar wens ontbrekende componenten toevoegen of Linux herinstalleren
als Custom over de bestaande linux partities). Installeer Lilo in de MBR.
- Als het er naar uit ziet dat de Linux-installatie is voltooid, dan
start je de computer opnieuw op. Je krijgt Lilo dan te zien met als
enige keuze Linux om te booten (of wellicht meer dan één
Linux item, in geval je een multi-processor systeem hebt).
Maar, geen paniek! Windows NT is er nog steeds waar je het hebt
geïnstalleerd alvorens je Linux installeerde.
Leer Linux zo snel mogelijk kennen, om het bestand /etc/lilo.conf
te kunnen lokaliseren en bewerken. Wanneer je dit bestand voor de eerste
keer opent, zul je zien dat hierin slechts één (of meer)
Linux records bevinden. Je moet de exacte positie (lees: partitie) weten
waar Windows NT is geïnstalleerd. Je kunt dan een van toepassing
zijnd record toevoegen aan het bestand /etc/lilo.conf. Als je dat
eenmaal hebt gedaan, herstart je Lilo, en bij de volgende reboot,
zie je zowel 'linux' als 'nt' items in het Lilo menu.
Je kunt dezelfde procedure als hiervoor beschreven gebruiken.
Ik raad je aan de mini-HOWTO
Linux+WindowsNT te lezen dat ook gaat over het booten van
Windows 2000. Daarin staan vele bruikbare details betreffende
diverse Linux+WinNT/2000/98 combinaties.